Het pedagogisch project van onze school stelt dat “elk kind” centraal staat.  Niet alleen het hoofd, maar ook het hart en de handen zijn belangrijk.  We bouwen aan een sfeer van wederzijds vertrouwen, openheid en verdraagzaamheid.  Wij streven naar een school waar de kinderen het leren “aangenaam en aantrekkelijk” vinden, kortom een school waar de kinderen zich “thuis” voelen.”
Onze school voedt op tot respect voor de eigenheid van elke mens.  In onze school werken wij aan een sfeer van menselijke nabijheid met wederzijds begrip en vertrouwen naar alle participanten. De school moet een leefgemeenschap zijn waar rust heerst in plaats van geweld en waar duidelijke afspraken en een respectvolle houding het klimaat bepalen.
We organiseren op onze school op regelmatige basis klasoverschrijdende projecten, onder andere met de bedoeling de sociale ingesteldheid van de kinderen te bevorderen.  De kinderen van de kleuter- en lagere afdeling worden in  groepjes verdeeld, zodat de jongere kinderen van de oudere dingen opsteken.  De kinderen van de hogere klassen gebruiken hun kennis en vaardigheden en geven deze door aan de jongere kinderen in de groep.  Op deze manier leren de leerlingen luisteren naar elkaar, verdraagzaam zijn, delen met anderen, ruzies oplossen,… .  Het is onder andere door deze groepsactiviteiten dat de kinderen de talenten en of beperkingen van mekaar leren kennen en er leren mee omgaan.  Hierbij kunnen reeds enkele vooroordelen, wat aanleiding tot pesten kan geven, uitgesloten worden.
Wanneer het toch mis gaat, wil de school direct ingrijpen.
Samen met de betrokken partijen gaan we in dialoog en proberen we tot een oplossing te komen.  Wanneer dit niet onmiddellijk mogelijk is, worden eventueel de directeur, de zorgleerkracht (en eventueel het CLB) ingeschakeld.  We willen niet direct bestraffen, maar iedereen aan het woord laten.

Zowel in de kleuter als lagere school worden er verschillende acties  ondernomen om de kinderen bewust te maken van hun talenten en beperkingen.
We proberen hier zoveel mogelijk preventief aan te werken.  We zetten reeds enkele stappen  in deze richting, door:

• het zinvol invullen van de speeltijden a.d.h.v. speelkoffers en een spelaanbod tijdens de pauzes.  Per dag wordt er een andere koffer met verschillende  materialen aangeboden, van rollend materieel, over circusattributen, tot cd’s met muziek.  Op de speelplaats hangen er verschillende informatiefiches met de afspraken i.v.m. de koffers, wie wanneer mag voetballen, fietsen, papieren rapen met de klas,…
 Dit is natuurlijk vestigingsplaats gebonden. In de verschillende afdelingen biedt de groep die verantwoordelijk is voor de speelplaatswerking een rijk aanbod aan. Afhankelijk van de afdeling kunnen de kinderen spelen in een groene omgeving met speeltuin, extra groot bewegingsmateriaal zoals klimtuigen.
• leerkrachten die tijdens speeltijden en in vrije momenten gericht kinderen observeren
• het jaarlijks implementeren van specifieke lessen rond de “antipestweek” tijdens de maand februari.  We zetten hier vooral in op de positieve aspecten, de talenten van de kinderen.  Kinderen vertellen wat ze fijn vinden, waarom ze graag samenspelen met de anderen. Het uitdelen van een “stoefertje” aan iemand van de klas, extra aandacht aan het “samen spelen” tijdens de speeltijd, posters maken met de klas of klasoverschrijdend om op de speelplaats op te hangen.  Het is veel leuker om het positieve in de kijker te zetten, dan uit te gaan van het negatieve, het ongewenste gedrag.
• het luisteren naar de kinderen wanneer ze zich niet goed voelen in hun vel.  De kinderen weten dat ze steeds bij hun klasjuf/ – meester terecht kunnen, maar dat de leerkracht die toezicht doet op de speelplaats er ook is voor hen.  Wanneer het kind en de klasleerkracht een grondiger gesprek willen, kunnen we ook steeds een beroep doen op de zorgcoördinator.  Bij moeilijkere situaties kan het CLB ingeschakeld worden.
• het gehoor geven aan kinderen m.b.t. ideeën in het kader van het antipestbeleid.  Wanneer de kinderen ook hun inbreng hebben in dit beleid, zal het automatisch door een bredere groep gedragen worden.  Als de kinderen voelen dat het mede van hen uitgaat, zullen ze rapper achter het plan staan.
• jaarlijks de gemaakte afspraken vastleggen in een gedragscode die wordt ondertekend door de kinderen.
• herhalen en bespreken van de verschillende stappen in het stappenplan, indien er zich een conflict voordoet.  De kinderen kunnen aan het ongewenste gedrag een halt toeroepen, schakelen al dan niet de hulp in van de juf / meester en proberen om samen een oplossing te zoeken.
• een duidelijk, schooleigen antipestbeleid te hebben (zie visietekst schoolwerkplan) en dit na te leven.
• Maandelijks worden “aandachtspunten” besproken in de verschillende klassen en dit in functie van het bouwen aan een leefgemeenschap waar rust heerst in plaats van geweld en waar duidelijke afspraken en een respectvolle houding het klimaat bepalen. Via  onder andere de axenroos en “Rots en Water”, werken we aan bewustmaking van sociale vaardigheden.

Om onze kinderen over de middag aan het spelen te brengen, spelletjes waar ze wel eens wat extra   energie in kwijt kunnen, hebben we een groep opgestart, namelijk die van de meespeelouders.  Een aantal ouders komt over de middag sporten met kinderen die heel veel energie en/ of talent te over hebben.  We hebben beroep gedaan op mensen met vakkennis, het zijn één voor één leerkrachten lichamelijke opvoeding en/of trainers in hun sportgebied (volleybal, voetbal, tennis, karate).  Het biedt de kinderen de kans om op een andere manier met elkaar om te gaan, elkaars talenten te leren ontdekken.

We zetten in op de sociale vaardigheden van de kinderen.  Met ons vernieuwde  sociaal – emotioneel rapport, dat verwijst naar ons beleidsplan sociale vaardigheden, willen we samen met de kinderen evalueren hoe ze zich voelen en hoe ze zich ten opzichte van elkaar gedragen.  Dit rapport wordt zowel door de kinderen als door de juf of meester ingevuld.  De kinderen geven aan waar ze reeds goed in zijn, waar nog kan aan gewerkt worden en wat nog niet lukt.

Wat is een kindcontact ?
Naast een traditioneel oudercontact willen we op school ook tweemaal per jaar een kindcontact organiseren.  Het is een vertrouwelijk gesprek tussen leerling en leerkracht waar gepraat wordt over de leer- en leefhouding. De leerling wordt aangezet tot zelfreflectie en krijgt feedback van de leerkracht. De leerkracht bevestigt de positieve groei en laat de leerling ontdekken waaraan nog gewerkt kan worden. In samenspraak bepalen ze een persoonlijk aandachtspuntje.

De leerkracht stimuleert de kinderen om zoveel mogelijk zelf tot een conclusie te komen. De leerlingen leren daarnaast ook hun punten te interpreteren: een 7/10 kan voor het ene vak best heel knap zijn en voor een ander vak dan weer niet. Zo leren ze dat ze zich nooit mogen vergelijken met andere klasgenoten maar dat hun eigen ontwikkeling het belangrijkste is.

Wanneer organiseren we een kindercontact ?
Tweemaal per jaar : voor de kerstvakantie en voor de paasvakantie. Dit gebeurt tijdens de kindvrije momenten van de leerkrachten. Dat kan tijdens de pauzes, tijdens de lessen lichamelijke opvoeding, lessen levensbeschouwing….

Waarom organiseren we kindcontacten ?

1. We willen onze kinderen sociaal en emotioneel vaardiger maken:
   We willen onze kinderen laten groeien naar een positief en realistisch zelfbeeld. Zo krijgen ze meer inzicht in hun “uniek” zijn als mens. Een positief zelfbeeld is vooral een genuanceerd zelfbeeld. Het is de totaalsom van ervaringen die je als kind opdoet tijdens het leren en tijdens het samenleven met anderen. Dit kunnen succeservaringen zijn maar ook ervaringen van mislukken. Kinderen moeten kunnen rekenen op hun leerkrachten die aanzetten geven tot zelfreflectie tijdens deze kindcontacten.
2. De kinderen krijgen inzicht in hun persoonlijk leertraject:
   Sommige kinderen stellen te hoge doelen voor zichzelf, anderen onderschatten zichzelf voortdurend. Daarom is het heel belangrijk om met de kinderen persoonlijk en individueel te praten over hun mogelijkheden. Steeds vertrekkende vanuit het positieve (wat gaat goed) op die manier krijgen ze een stuk verantwoordelijkheid over hun eigen leerproces.

Omdat we de kinderen zoveel mogelijk willen betrekken bij het schoolgebeuren en inspraak geven bij het organiseren van allerlei activiteiten, hebben we op school een kinderraad opgericht.
Elk jaar houden wij verkiezingen voor de kinderraad op onze school. De leerlingen kunnen zich dan kandidaat stellen om deel te nemen aan de kinderraad. Na de verkiezingen, wordt de nieuwe kinderraad  samengesteld.   Deze komt vier maal per jaar samen, onder leiding van het zorgteam.
Tijdens de kinderraad kunnen voorstellen besproken worden  om  de schoolomgeving/ speelplaats aan te passen, om een activiteit te organiseren, om de speeltijden leuker te maken, … .  Indien deze voorstellen  binnen de mogelijkheden vallen, wordt daar rekening  mee gehouden en  ook effectief uitgevoerd.
Telkens de kinderraad samen komt, wordt er een verslag gemaakt en gaan de leden van de raad meer uitleg geven aan de kinderen en juffen in de klassen.